Het geknetter in de sterren

Stefánsson, Jón Kalman – Het geknetter in de sterren

Stefánsson laat een man terugkijken op zijn leven als kind. De man vertelt in een wondermooie trage taal verhalen over zichzelf, zijn ouders, grootouders en overgrootouders. Taal die je alleen al om de schoonheid herleest.

Grootmoeder moet een prachtige vrouw geweest zijn, jong, sterk, zelfstandig en hartstochtelijk verbonden met haar echtgenoot. Zij was degene die het gezin bij elkaar hield. Grootvader was charmant en in vlagen depressief. Er waren periodes dat hij verdween met vrouwen, drank en dromen over een grootse toekomst. Een toekomst die onmiddellijk gesmoord werd door diezelfde drank. Grootmoeder vertelde dat ze grootvader eens een brief met één woord schreef en dat hij toen onmiddellijk bij haar terugkwam. Ze vertelde dat ze verhuisden naar het schiereiland Snaefellsnes om te gaan boeren. Ze vertelde dat er eens een zeeman in haar leven was. En toch gingen grootmoeder en grootvader niet scheiden; zij volgt hem en hij haar.

Hij vertelt over het zwijgzame leven met zijn vader nadat zijn moeder gestorven was. Over hoe hij troost vond in het spel met tinnen soldaatjes. Hoe hij buiten speelde met vriendjes. Hoe een vervelend joch ineens aardig deed en hem uiteindelijk toch weer te grazen nam. Hij vertelt over zijn stiefmoeder die, als ze alleen maar knikte, het al voelde als een heel gesprek. Ontroerend mooi hoe Stefánsson beschrijft hoe het kind in al zijn onbevangenheid naar het leven kijkt.

Stefánsson maakt tussen de regels door inzichtelijk dat het eigen leven niet bij de geboorte begint, het omvat ook alles wat eraan voorafging. Het is veel groter dan die ene persoon en het is nog veel groter; de mens is slechts een rimpeling in de tijd. ‘De bergen hebben er geen benul van welke eeuw het is’.

Wat blijft zijn verhalen.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Boeken, eBooks, Fiction, Recensies

Reacties zijn gesloten.