Zoete mond

Rosenboom, Thomas – Zoete mond

Rebert van Buyten is enig kind en studeert na de hbs in 1950 vanuit Arnhem enkele jaren aan de landbouwhogeschool in Wageningen waarna hij Omslag Zoete mondoverstapt op diergeneeskunde. Hij trouwt, verliest zijn vrouw Tine en dochter Lonnie en vestigt zich in Angelen. Hij raakt bekend, brengt de kinderen dierenliefde bij, maar heeft geen officiële praktijk. Zijn opkomende roem zorgt voor een dalende populariteit van Jan de Loper, een bekende, kleurrijke figuur die graag in de schijnwerpers staat. Mooie Laura Banda met haar zoete mond is moeder van Lieneke en vrouw van een immer afwezige werktuigkundige op de wilde vaart. Ze praat graag en vaak over Jan de Loper wat een gruwel is voor Rebert. Rebert voelt zich een aantal malen door hem bespot, gekleineerd en zint op zoete wraak…

Rebert van Buyten is een onzekere, kwetsbare, liefst onopvallende figuur die hunkert naar aandacht, liefde. Als hij aandacht krijgt, weet hij zich vaak geen houding te geven. Hij is een nul op communicatief vlak en in een gesprek struikelt hij onbeholpen van de ene naar de andere zin totdat hij stilvalt. Rebert heeft ook zijn goede momenten: zijn huwelijk waarbinnen hij zich weet verzekerd van begrip, geborgenheid en liefde van zijn twee vrouwen. Zijn werk als stagiair en als dierenarts in de praktijk van de onverstoorbare Beckers verricht hij toegewijd, met grote kennis van zaken. Hij voelt zich er in zijn waarde gelaten en gerespecteerd dus bloeit hij op. Net als elk ander mens.
Ook in dit boek loopt het streven van de twee hoofdpersonen alleen maar uit op obsessieve gedachten en obsessief gedrag met als gevolg schaamte en schuldgevoel. Rosenboom heeft voor hen overigens meer mededogen dan voor de personen in vorige boeken. Zij gingen uiteindelijk ten onder, Rebert niet. Bij het einde kreeg ik een wat katterig gevoel, net of het verhaal niet af was, het verdronk.

Het boek nodigt uit tot een grondige analyse van: naamgevingen, proloog, datum 9 mei 1966, de opvallende structuur van het boek, de snier naar Amerikaanse reclames, de kleur wit enz. Ik laat de analyse achterwege; dat voert te ver en menigeen haakt wellicht af. Dat zou zonde zijn want een Thomas Rosenboom verdient gelezen te worden. Zijn stijl doet me altijd denken aan die van Dostojewski: diepgravend in de psyche van een mens. Hoe denken de twee rivalen Rebert en Jan de Loper? Wat beweegt hen in hun daden? Minutieus beschrijft Rosenboom hun gevoelsleven in zijn schitterend, wat gedragen taalgebruik. Na de dood van Tine: “Hij dreef in een baarmoeder van verdriet, in vruchtwater van tranen, en hij kon er niet uit.” Kinderstemmen in lege straten: “…helder afgetekend tegen de stilte, als kleurige verfspatten op een wit vel papier.” Met Laura: “.. opeens waren ze weer samen, in een plooi van de tijd..”
Thomas Rosenboom1

Misschien moet u maar een flinke dot tijd nemen en in het boek wegzakken.

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Boeken, eBooks, Fiction, Literatuur, Recensies

Reacties zijn gesloten.